Twee weken geleden kopten de kranten dat maar liefst een derde deel van de aandeelhouders van Shell vindt dat het bedrijf sneller moet verduurzamen. Vorige week verloor het bedrijf zijn zoveelste grote rechtszaak. Shell moet zijn vervuilende activiteiten snel en met daadkracht terugdringen. De uitspraak van 26 mei van het Gerecht in Den Haag heeft niet alleen voor de olie-industrie maar voor het hele bedrijfsleven verstrekkende gevolgen.
Maatschappelijke en financiële belangen liggen steeds meer in elkaars verlengde. Winst maken is niet meer mogelijk zonder tegelijkertijd het maatschappelijk belang in het oog te houden. De kapitalist moet ook idealist zijn.
De rechter overweegt in de uitspraak van 26 mei dat Shell vóór 2030 zijn CO2-uitstoot ten opzichte van het jaar 2019 met 45% moet hebben teruggebracht. Het Gerecht oordeelt verder dat Shell, ook voor de toekomst, medeverantwoordelijk is voor de vervuiling die niet zijzelf maar anderen met haar producten teweegbrengen. Dat is heel bijzonder. Niet alleen wordt het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid bij Shell in rechte afgedwongen, ook wordt aan haar een verantwoordelijkheid gegeven zoals aan de Bijbelse Abel: gij zijt ‘uw broeders hoeder’. Dat Shell beweerde op haar afnemers geen invloed te hebben, maakte het vonnis niet anders, net zomin als het verweer dat Shell de maatschappelijke ontwikkelingen volgt en niet meer of minder doet dan de consumenten wensen. Shell moet voortrekker worden. Wat betekent dat?
Aandeelhouders verzorgen in ruil voor een deel van de winst de initiële (risicodragende) financiering. Hun beloning, de winst, kan voor hen niet hoog genoeg zijn. Het is inmiddels duidelijk dat geld, geld en nog meer geld niet meer de enige driver voor een onderneming kan zijn. Voor grote, beursgenoteerde ondernemingen is dat een zware uitdaging. Hun financiers, veelal hedge funds, stappen over naar de concurrent als hun winst niet hoog genoeg is. Je wordt dan als organisatie van twee kanten gebeten: als je de winstgevendheid verlaagt door milieubeschermende maatregelen te nemen, lopen de aandeelhouders weg. Daarmee komt je voortbestaan in gevaar. Als je geen maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt en de daarvoor benodigde prijs niet wilt betalen, dan word je door de rechter teruggefloten. Ook dat kan je voortbestaan bedreigen.
Het leggen van maatschappelijke verantwoordelijkheid bij ondernemingen is een trend die al langer zichtbaar is. Banken moeten grote investeringen plegen om te voorkomen dat hun cliënten zwart geld bij hen parkeren. Ook daarbij gaat het om een maatschappelijk belang dat op kosten van de private organisatie en dus uiteindelijk ten koste van de winst moet worden gediend. Ook wereldwijd opererende communicatieplatforms zoals Facebook worden geconfronteerd met de noodzaak van het nemen van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid (het waarborgen van privacy en het voorkomen van het verspreiden van desinformatie en haatberichten). Zij riskeren bij non-compliance grote boetes.
Dit soort ‘maatschappelijke ingrepen’ zijn niet zonder risico, zeker niet als zij niet mondiaal, maar slechts incidenteel worden toegepast. De concurrenten van Shell hebben vorige week een flesje ontkurkt. Voorlopig kunnen zij gewoon doorgaan met het maken van winst. Het vonnis betreft niet hen. Hetzelfde geldt voor de virtuele munten zoals bitcoin en dergelijke. Er is geen regulator, zoals bij de banken, die ook maar enig toezicht houdt. Er wordt ongecontroleerd heel veel (ook zwart) geld verdiend, terwijl de banken door de regulators worden gedwongen om de samenleving te verbeteren.
Deze ontwikkelingen laten zien dat organisaties voor hun voortbestaan de ecologische en maatschappelijke gevolgen van hun bedrijfsvoering terdege moeten meenemen bij de inrichting van hun toekomst. Zij laten ook zien dat mondiale belangen zoals het voorkomen van zwart geld, terrorisme en een opwarmende aarde, alleen effectief kunnen worden bestreden als zij op mondiaal niveau worden opgepakt. Alleen met zijn allen kunnen we elkaars broeder en hoeder zijn.
Comentarios