Kleine kinderen kleine zorgen, grote kinderen grote zorgen. Voor stichtingen gaat dit gezegde meestal niet op. Kleine stichtingen, grote zorgen. Regelmatig voorkomende problemen bij grotere organisaties zijn bij kleinere stichtingen vaak in de overtreffende trap aanwezig. Voorzitters die denken dat de stichting aan hen toebehoort. Slordige omgang met medewerkers en vrijwilligers. Ongeordende bestuursvergaderingen. Verouderde statuten. Verspild subsidiegeld. Onzorgvuldige omgang met donaties en donateurs. Slechte administratie. Weinig informatie-uitwisseling. Geen verantwoording. Geen jaarstukken. Ga zo maar door. Een governance-nachtmerrie.
Hier is een rare paradox. Juist bij die kleine stichtingen, veelal in de cultuursector en in het welzijnswerk, heb je heel veel mensen die het echt wel goed bedoelen. Mensen die het beste willen. Waarom gaat het dan vaak zo krakkemikkig?
De belangrijkste reden is een combinatie van een te groot hart en een gebrek aan professionalisme. Dat gaat alleen in het begin goed. Zonder een bijna naïef enthousiasme voor een goede zaak begin je niets. Het probleem is, dat je niet in die naïviteit kan blijven hangen. Ook dat valt niet mee. Juist in de beginfase van een mooi cultureel project en van een mooi zorgproject wordt het nogal eens als ongepast gezien om je al te zakelijk op te stellen. Als het initiatief ontspoort door amateurisme, is het vaak te laat en vooral jammer en treurig voor al degenen die zich belangeloos hebben ingezet, de donateurs niet in de laatste plaats. Zij hebben hun geld in een diep gat gegooid.
De oplossing ligt bij betere controle, opleiding, bijscholing en strengere eisen aan de kundigheid van bestuurders en (interne) toezichthouders. Dat is nog maar het halve verhaal. Ook de donoren en subsidiegevers hebben in dit proces een belangrijke verantwoordelijkheid. Zij moeten vooraf heldere voorwaarden stellen aan het geven van gelden. Zij moeten consequent verantwoording eisen, zowel financieel als inhoudelijk, van de stichtingen aan wie zij doneren.
Ook het Land moet prudenter omgaan met subsidies. In juni 2018 verscheen een onthutsend rapport van de Algemene Rekenkamer van Curaçao. Daaruit blijkt dat niet minder dan 65% van de in de periode 2010-2015 verleende subsidies op onrechtmatige wijze is verstrekt. Geen beleid, geen vooraf gestelde eisen, geen verantwoording achteraf. Let wel, het gaat hier om 500 miljoen gulden. Hoe kan dat beter?
Dat kan langs verschillende kanalen. Op de eerste plaats moet de Subsidieverordening worden aangescherpt en moet op basis daarvan een degelijk subsidiebeleid worden geformuleerd. Op de tweede plaats moet er bij donaties en subsidies aan stichtingen veel vaker gebruik worden gemaakt van zorgcontracten. Nooit zomaar geld geven. De subsidie wordt uitsluitend verleend op basis van een schriftelijk vastgelegde afspraak over de activiteiten die door de stichting met de subsidiegelden worden verricht. De bestuursleden tekenen daar ook persoonlijk voor. Op de derde plaats moeten veel hogere eisen worden gesteld aan de verantwoording van de verleende subsidies. Dat moet minimaal jaarlijks en met tussentijdse activiteitenverslagen. Op de vierde plaats moet het belastingstelsel zodanig worden aangepast dat stichtingen die niet aan bepaalde minimumvereisten van goede governance voldoen, belasting betalen. Spiegelbeeldig moet de fiscale aftrekmogelijkheid voor donoren worden beperkt tot donaties die worden gegeven aan stichtingen die aan deze minimumeisen voldoen. Denk daarbij aan vereisten als geactualiseerde statuten, openbare jaarstukken, profielen, een aftreedrooster voor bestuursleden, toepasselijkheid van een code corporate governance enzovoort. Deze code moet uiteraard aan de realiteit van de (veelal kleine) stichtingen zijn aangepast. Al deze eisen kunnen worden opgenomen als onderdeel van een zorgovereenkomst of in de subsidievoorwaarden. Tenslotte moeten op kosten van het Land en van grote subsidiegevers zoals bijvoorbeeld de serviceclubs, jaarlijkse cursussen corporate governance georganiseerd worden. Ook het volgen van die cursussen door de bestuurders moet als voorwaarde voor het verkrijgen van gelden worden opgenomen. Weer een zorg minder.
Comments