De helft plus één
- Frank Kunneman
- Apr 10
- 3 min read
Updated: Apr 14

Democratie is iets anders dan de helft plus één. John Dewey formuleerde het meer dan honderd jaar geleden als volgt: “Democracy is more than a form of government; it is primarily a mode of associated living, of conjoint communicated experience.”
Vrije en eerlijke verkiezingen zijn daarbij een belangrijk element. Maar ook onafhankelijke rechtspraak, vrije pers, een overheid die gebonden is aan het recht, vrije toegankelijkheid van informatie, bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dat zijn geen luxe toevoegingen voor rijke mensen. Het zijn essentiële schragen onder het democratisch bouwwerk. In samenhang zorgen die voor evenwicht, bescherming en vertrouwen. Dat biedt ruimte en zuurstof voor iedereen. Maar die elementen zijn juist in hun samenhang verraderlijk. Haal je er een of meer weg, dan stort het huis niet onmiddellijk in. Het verzakt. Soms langzaam, soms ineens. In Hongarije bijvoorbeeld begon dat proces met het benoemen van partijgetrouwe rechters, het beperken van mediapluriformiteit en het herschrijven van schoolboeken. Venezuela idem dito. Geen revolutie maar sluipende erosie. Maar inmiddels staat daar een zogenaamde democratie die van binnenuit volledig is uitgehold.
Wie op een sterke leider zoals Trump stemt, doet dat zelden met het oog op het afbreken van deze instituties. Mensen stemmen voor lagere inflatie, betere zorg, minder immigratie, meer veiligheid. Maar in de slipstream van zo’n stem glijden soms maatregelen in het pakket mee die de kiezers helemaal niet beoogden: het ondermijnen van de rechterlijke macht, het muilkorven van kritische media, het verdonkeremanen van informatie. Het probleem is dat de gevolgen daarvan heel moeilijk zijn terug te draaien. Zeker wanneer een zittende macht de spelregels tijdens het spel verandert. Kijk naar Poetin. Kijk naar Erdoğan, Xi, Maduro, Trump. Hun electorale meerderheid is een feit, maar de democratische instituties om hen heen worden door hen systematisch afgebroken. Wat overblijft is de schijn van democratie, niet de kern. Een parlement dat nog vergadert, maar niets meer te zeggen heeft. Een pers die nog bestaat, maar zichzelf heeft leren censureren.
Deze dynamiek is niet alleen politiek. Je ziet haar ook in de wereld van corporate governance. Daar wordt weliswaar niet gestemd in stemhokjes, maar ook daar kan de illusie ontstaan dat alles goed gaat zolang het bestuur krachtig is. Ook in een organisatie kunnen checks and balances worden weggesneden tot er slechts een façade van goed bestuur overblijft. En ook daar blijkt dat de echte kracht schuilt in de optelsom van instituties – formeel en informeel – die het systeem dragen. Goede governance is meer dan een sterke CEO of een schijnbaar mooie balans en een regelmatig vergaderende Raad van Commissarissen. Het is een subtiel geheel van toezicht, cultuur, transparantie, duidelijke verantwoordelijkheden, en een veilige omgeving waarin tegenspraak mogelijk is. Helaas wordt het toezicht op dit samenspel nogal eens karikaturaal ingevuld: een Raad van Commissarissen die zich verliest in spreadsheets, rapportages en maandelijkse dashboards. Afvinken, in plaats van doorgronden. Denken dat gezonde bedrijfsvoering alleen om winst draait. Terwijl de echte vragen zich elders afspelen: is er goede opvolging geregeld? Hoe is de sfeer in de werkomgeving? Wat gebeurt er als iemand een fout maakt? Durft men dat te zeggen? De valkuil is duidelijk. Wie zich als toezichthouder blindstaart op financiële signalen en juridische kaders, mist wat er werkelijk gebeurt onder het oppervlak. Governance gaat ook over het ongrijpbare: cultuur, voorbeeldgedrag, moreel kompas. Zaken die zich niet in een KPI laten vangen, maar wel het verschil maken tussen een gezonde organisatie en een zinkend schip.
Zowel in de politiek als in het bedrijfsleven geldt dus dezelfde les: het staat op een netwerk van schragen. Sommige zichtbaar, andere verborgen in de structuur. Maar stuk voor stuk essentieel. Breek ze af, uit gemak, uit cynisme, uit gebrek aan aandacht, en je ondermijnt het geheel. Democratie en goede governance hebben meer met elkaar gemeen dan vaak gedacht. Beiden vergen waakzaamheid, onderhoud en een diep besef van wat er op het spel staat. De verleiding om institutionele checks and balances te reduceren of te marginaliseren is reëel. Maar de prijs van gemakzucht is hoog. Wat verloren gaat, komt zelden vanzelf terug. Het verlies van de helft plus één.
___
Meer weten over corporate governance? Neem een kijkje op onze events pagina!
Comments